10 dingen die je niet mag missen tijdens je Bali vakantie

Deze post schrijf ik terwijl mijn laatste dag van mijn Bali vakantie nog sneller dan de TGV voorbij raast. Vanavond vlieg ik terug naar Nederland met een kingsize portie aan herinneringen, een backpack die op knappen staat en nog steeds met tien vingers én tien tenen. Een maand lang mocht ik Bali mijn tweede thuis noemen en maakte ik zoveel verschillende dingen mee, dat het lastig is om al deze momenten te rangschikken. Ik zou wel twintig blogs kunnen schrijven, maar ik laat het bij de tien dingen die je absoluut niet mag missen (of juist wel) als je hier bent. Helaas kon ik de nasi campur, Bintang en beef rendang niet in deze top 10 opnemen, maar dat je met deze smakelijkheden niet in aanraking komt tijdens je Bali vakantie lijkt me zeer onlogisch.

Top-10 reistips Bali

10) Amed/Jemeluk/Tulamben
Amed is the place to be als het gaat om snorkelen/duiken en om een glimp op te vangen van het lokale leven. Het is er goedkoop, (ik sliep aan het strand bij Teman Teman Bungalows voor 150.000 rupiah ofwel 10 euro per nacht inclusief ontbijt) en erg rustgevend. Het fijne aan deze plek is vooral de onderwaterwereld. Stel je dit voor: je wordt wakker, huurt een snorkelset voor de hele dag (30.000 rupiah ofwel 2 euro) en je wandelt zo de zee in voor je hutje. Ik heb al best veel snorkeltrips meegemaakt al dan niet georganiseerd of guerilla-style, maar nog nooit heb ik zo’n prachtig huisreef voor de deur gehad. Waar je ook kijkt, overbevissing lijkt voor deze regio niet op te gaan. Ook het koraal ziet er uitzonderlijk levendig en kleurrijk uit. Mijn ogen draaien dan ook overuren, want de ene vis is nog feller dan de andere.

Waar Amed ook bekend om staat is het gigantische Liberty Wreck, deze ligt vlak voor de kust in de plaats Tulamben. Je kan er naartoe duiken, maar dus ook snorkelen Nu deze kans letterlijk voor mijn voeten ligt, (het schip ligt in een hoek van 90 graden en is al na 50 meter zwemmen te zien) jump ik het water in met wat extra brood voor de vissen. Het gevaarte van 120 meter is één van de bekendste wrakken ter wereld en trekt enorm veel onderwatermonsters aan. Eenmaal bij het wrak aangekomen hou ik mijn adem in en duik snel naar beneden. Ik heb een glimp gezien, maar begin me al snel een zorgen te maken over alle vissen die op het brood van mijn vrienden en mij afkomen. Dit zijn geen vriendelijke goudvissen die om een kasteeltje heen zwemmen, het lijken wel uitgehongerde piranha’s, maar dan maatje obesitas. Na wat heen en weer getrappel eindigt het avontuur in negen hechtingen, dankzij de messcherpe, uitklapbare staartvinnen van de surgeon fish. En, nee gelukkig dit keer niet in mijn hand. Tip: neem dus geen brood mee ;-).

Uitzicht vanuit Teman Teman Bungalow

9) Warung Kecil in Sanur
De volgende Bali vakantie tip kreeg ik weer als tip en daar ben ik mijn vriendin erg dankbaar voor. Ik ben dol op de Aziatische keuken en had dan ook heel erg veel verwacht van de Indonesische. Helaas moet ik toegeven dat ik vaak lekker heb gegeten, maar niet altijd fantastisch, zoals in Thailand eigenlijk elke dag wel het geval is. Nasi goreng, nasi campur en beef rendang zijn erg smakelijk, maar de variatie is niet zo groot. Ook was de vegetarische curry soms uitzonderlijk lekker, maar vaker een teleurstelling door zijn vlakke smaak en veel te dunne viscositeit. Warung Kecil in Sanur is dan ook het beste en meest gevarieerde restaurant waar ik de Indonesische-keuken geproefd heb. Het concept is simpel, je kiest iets van het buffet (en nee denk dan niet gelijk aan een cruise schip of all-inn resort) of van de menukaart. Ik koos voor het buffet (beef rendang, kip met soja, broccoli met tofu en nog meer heerlijke groente prutjes) en alles was even lekker en vers. Zelfs de sambal is huisgemaakt. Het buffet wisselt dagelijks en je moet niet te laat zijn, want op is op.

8) Gili Air
De Gili eilanden horen bij Lombok, maar zijn vanaf Bali net zo makkelijk bereikbaar. Vanaf Amed, Sanur of Padang Bai pak je de boot naar de Gili’s. Deze eilandengroep bestaat uit Gili Trawanang, Gili Meno en Gili Air. Gili Air is het rustige zusje van Gili Trawanang en je vindt hier alles wat het eilandleven zo chill maakt. Ga er gewoon een paar nachten heen, huur een fiets of loop wat rond en doe vooral niet teveel.

 Het mooiste moment van de dag @ Gili Air

7) Surfen in Balangan
Balangan ligt op het zuidelijke schiereiland van Bali en dit is dé plek als je het surfen onder de knie wilt krijgen. De golfen zijn hier iets kleiner dan het naastgelegen Dreamland Beach (ook een aanrader). Daar zijn de golfen zo krachtig, dat zelfs Remy Bonjaski last krijgt van plankenkoorts. Gelukkig valt het in Balangan mee en dat maakt het een uitstekende plek voor beginners. Naast surfen is het een erg chille spot, waar het als low-budget backpacker goed vertoeven is. Op het strand vind je verschillende warungs (restaurants) met daarboven goedkope kamers. Wil je iets meer luxe dan een bed en een rieten hut, loop dan de trap op naar boven voor bijvoorbeeld Brothers Bungalow of Sea View Bungalow.

Balangan beach

Brothers Bungalow in Balangan

6) Nusa Lembongan
Veel van deze reistips Bali vind je op Nusa Lembongan, een eiland op nog geen 30 minuten varen vanaf Sanur. Als je aankomt schrik je misschien wel even, want het voelt niet direct als een bounty-paradijs. Maar dat maakt het juist des te leuker. Volgens velen is Nusa Lembongan het onontwikkelde Bali van twintig jaar geleden. Denk: geen overgrote resorts, een weg nog slechter dan een puberhuid en geen (Amerikaanse) ketens te bekennen. Nusa Lembongan is niet zo groot en daarom vind je er ook vrijwel geen auto’s. In een dag loop je het eiland rond, maar beter huur je een brommer of als je een die-hard bent: een fiets. Op Nusa kun je eigenlijk alles doen: surfen, yoga, chillen, kajakken door de mangrove en vooral heerlijk luieren. Doe alles wel zo vroeg mogelijk, want na 22:00 uur is het eiland vrijwel uitgestorven. Verwacht dan ook geen megaparty’s, daarvoor ben je hier niet aan het goede adres.  Alleen tijdens volle maan en new moon is er een feestje tot in de diepe uurtjes bij Jibaku bar & restaurant. Verwacht geen Koh Phangan spektakel, het feestje moet je hier zelf maken. Maar met een redelijke dj, flink wat gezellige mensen en nog heel veel meer tequila heb je alle ingrediënten die nodig zijn voor een heerlijke avond en een fikse kater.

Bootje varen door de Mangrove

5) Duiken met reuzenmanta’s

Tussen Bali en Nusa Lembongan in vind je Manta Point. Hier komen de reuzenmanta’s vroeg in de ochtend samen om te eten. Als ik de duikschool vraag of je ze zeker ziet is het antwoord zoals zo vaak: if you are lucky. Je kunt deze beesten dus met wat geluk al snorkelend of duikend zien. Ik kies voor de laatste optie en doe dit samen met mijn Nieuw-Zeelandse vrienden en Rudi van Lembongan Dive Adventures. Hoe vroeger je komt des te groter de kans dat je ze ziet, dus om 07:30 staan we paraat. Na 40 minuten varen bereik je de spot en  lucky us: er  zwemt een familie voorbij. De een is nog groter dan de ander en erg schuw zijn ze ook niet, je kunt ze bijna aanraken. 30 minuten lang geniet ik van deze wonderbaarlijke beesten, die soms wel een spanwijdte van zeven meter hebben. Ik voel me klein, maar alles behalve onveilig. Na Manta Point is het tijd voor de tweede duik van de dag bij Mangrove Point op Nusa Lembongan. Hier zie je dan wel geen manta roggen, maar hij komt erg hoog op mijn de-mooiste-plekken-waar-ik-gedoken-heb-lijst te staan.

4) The Yogashack

Wie naar Bali gaat moet op zijn minst een lesje yoga meepakken, al is het maar om je even te vergapen aan alle knappe meisjes in strakke leggings die soms niets verhullende poses aannemen. Natuurlijk kwam ik hier niet voor, maar voor de ultieme rust die je tijdens en na zo’n sessie ervaart. Alle lessen bij The Yogashack duren 1,5 uur, maar hadden van mij wel drie uur mogen duren. Vooral yin en hatha yoga zijn favoriet. Je vindt deze oase van rust op Nusa Lembongan.

3) Gilli T

Als je op vakantie naar Bali gaat mag je Gili Trawanang of Gili T gewoon niet missen. Alhoewel het eiland bij Lombok hoort en en er op het kleine stuk land drie moskee’s staan, is het er alles behalve alcoholvrij. Gili T is party, party, party in paradise. Het water is turquoise-blauw, het strand zo wit dat je ogen pijn doen en dat in combinatie met een enorm aanbod aan reggeabars, strandtenten met uberchille zitzakken en gemiddeld zo’n 50 procent van de toeristen en locals die aan  de magic mushrooms zitten. Dit alles maakt de sfeer op Gili T super chill en oh so funny.

Fun with locals @ Gili T

2) Fietsen door de rijstvelden in Ubud

Ubud ligt in het midden van Bali en wordt vaak het creatieve hart van het eiland genoemd. Hier moet je naast souvenirs, kunst, en super goed eten (Melting Wok en een super heurrrlijk Indiaas restaurant waarvan ik de naam niet meer weet) zijn voor  de prachtige rijstvelden. Je kunt een niet al te spannende tour door deze velden boeken, of er gewoon zelf op uitgaan met de fiets. Na 30 minuten doortrappen, een hoofd nog roder dan een tomaat en flink zweten kom je de eerste rijstvelden en rijstplukkers met traditionele hoeden al tegen (tip doe dit niet met een kater en op het heetste moment van de dag zoals ik :-p). Het is zo fijn om eindelijk in het binnenland te zijn, omgeven door niets anders dan groen.

1) Pemedal Beach
Soms vind je een plek waarvan je denkt hier wil ik nooit meer weg: Pemedal Beach Bungalows (op Nusa Lembongan) is zo’n plek. Dit is dé spot voor flashpackers, want helaas een echte backpacker kan ik mezelf niet meer noemen. Ik vind het prima om mijn haren met koud water te wassen en in een hutje te slapen met kakkerlakken, maar voor tien euro meer kun je hier slapen. En tja dan is de keuze snel gemaakt. Voor 350.000 rupiah (24 euro) heb je hier een houten bungalow, mét warm water en als brownies in een bak chocolade ijs: een infinity pool met het allermooiste uitzicht ooit op de zonsondergang. Misschien ben ik een sukkel dat ik deze plek openbaar maak, maar ik gun het iedereen om hier een paar nachten te slapen. En nog het meeste aan alle hardwerkende medewerkers met hun unieke karakters, die van deze plek een tweede thuis maken.

Pemedal Beach